woorden

De onzichtbare mantel

schermafdruk-2016-11-27-00-09-45

‘Bang onder het bed’ in de film Crash uit 2004

Geen woord laat ons onberoerd. Elk woord drukt zijn stempel in het mentale landschap van ons gevoel. Vaak is die indruk slechts oppervlakkig, een nauwelijks merkbare rimpeling, maar er zijn ook woorden als hamers die kraters achterlaten. Woorden zijn krachten, ze creëren paden naar alle uithoeken van onze ziel. Je kan iemand met woorden de put in praten, pijn doen en verraden, maar woorden kunnen ook de weg wijzen, bevrijden en bescherming bieden. Een treffend voorbeeld daarvan is te vinden in de speelfilm Crash uit 2004 van Paul Haggis.

In één van de scenes van de film vindt een gesprek plaats tussen een vader (gespeeld door Michael Pena) en zijn vijfjarige dochtertje dat zich bang onder het bed heeft verstopt. In het gesprek probeert de vader er geduldig achter te komen waar ze bang voor is. Pas als hij haar angst zelf doorleeft, weet hij wat hij moet doen. Hij probeert haar vervolgens stap voor stap naar een gebied binnen haar gevoel te loodsen waarin ze zich weer geborgen en veilig voelt. De wijze waarom hij dat doet, de fijnzinnigheid, de verbeeldingskracht en de taalvirtuositeit, is uitzonderlijk, hoe eenvoudig en klein het gesprek ook is.

Wat gebeurt er in het filmfragment? Als de vader laat thuiskomt en zijn dochtertje nog even goede nacht wil wensen, ligt ze niet in haar bed. Hij ontdekt dat ze zich onder het bed heeft verstopt. Ze is bang. De vader gaat naast het bed op de grond liggen en vraagt haar wat ze daar doet. Ze vertelt dat ze buiten, in de stad, soms knallen van pistolen hoort en ze vreest dat de kogels haar kunnen bereiken. Onder het bed voelt het veiliger.

Als ze van de knallen vertelt, wimpelt hij haar angst niet af als onzin, maar gaat er serieus op in. Hij neemt de tijd om de situatie te begrijpen en beaamt het gevaar. Wat ze vreest zou inderdaad kunnen gebeuren. Daar valt weinig aan te doen. Hij stelt haar niet direct gerust. Pas als hij de angst van zijn dochter volledig erkend heeft en zij zich serieus genomen voelt, kan hij iets voor haar betekenen. Op dat moment geeft de vader de situatie een prachtige narratieve wending.

‘Wat stom’ zegt hij opeens en vertelt haar schuldbewust dat hij iets belangrijks vergeten is. Hij had haar nog iets moeten geven. Hoe kon hij dat nou toch vergeten zijn?  Ze kijkt hem verbaast en verwachtingsvol aan. Dan toont hij zijn twijfel of hij het haar wel wil vertellen; ‘je gelooft me toch niet’. Nu is haar nieuwsgierigheid echt gewekt en ze dringt aan omdat ze wil weten wat hij had willen geven. Hij begint zijn verhaal, maar hij blijft op zijn hoede. Zorgvuldig kiest hij zijn woorden en toont zichtbaar argwaan voor haar kritische nuchterheid. Hij betuttelt haar niet, maar spreekt met haar alsof hij tegen een makker praat die hem wel eens in de maling zou kunnen nemen.

In beeldende taal vertelt de vader zijn verhaal. Toen hij vijf werd kreeg hij bezoek van een elf. Als zijn dochtertje daarop nogal sceptisch reageert toont de vader zich beledigd en weigert hij verder te vertellen. ‘Zie je wel, je gelooft me niet’. Maar als ze blijft aandringen, vervolgt hij zijn verhaal. Die elf, geloof het of niet, gaf hem een onzichtbare mantel die onkwetsbaar maakt. Er kunnen geen kogels door heen. Hij vertelt dat hij de mantel is gaan dragen en inderdaad nog nooit door iets als een kogel getroffen is. Dus de mantel moet wel echt zijn. Met nadruk laat hij merken dat hij die elf natuurlijk zelf aanvankelijk ook niet geloofd had; hij is geen watje, ook niet toen hij vijf was. Bovendien had die elf met al dat gevlieg zijn posters van de wand getrokken wat hem mateloos geërgerd had. Dat begrijpt ze maar al te goed.

Door die herkenbare en natuurlijke reacties blijft de vader dicht bij de belevingswereld van zijn dochtertje en behoudt het verhaal zijn geloofwaardigheid voor haar. Steeds als het verhaal lijkt om te vallen in ongeloof en louter fantasie, geeft hij het met zijn woorden een wending waardoor het verhaal opeens weer een nieuwe impuls krijgt en toch verder kan. Zo laat hij haar zelfs de onzichtbare mantel betasten. Als ze niets voelt, is het even spannend, maar dan zegt hij: ‘Goed hè?’ En dan klopt het weer voor haar.

Hij vertelt, dat de elf hem de opdracht had gegeven de mantel aan haar te geven als ze vijf werd. Dat was hij vergeten. Nu heeft hij hem zelf niet meer nodig; hij is volwassen. Vol vertrouwen, omdat het verhaal aan alle kanten in elkaar past, accepteert ze het bijzondere geschenk.

Daarop haalt de vader haar onder het bed vandaan. Hij doet de onzichtbare mantel met herkenbare gebaren bij zichzelf af en knoopt die bij haar om. Daarbij zorgt hij ervoor dat haar lange haar niet tussen de onzichtbare bandjes van de mantel komt. Als ze de mantel om heeft en meldt dat ze er geen last van heeft, zegt hij: ‘dat is de bedoeling’. Hij stopt haar toe en zegt dat ze de beschermende mantel om kan houden totdat ze zelf een dochter heeft die vijf wordt. Daarna gaat ze gerustgesteld slapen en de vader verlaat haar kamer.

De woorden hebben hun magische werk gedaan. De angst is verdwenen. In het gesprek is elk obstakel op de weg naar hernieuwd vertrouwen steeds weer met verbeeldingskracht overwonnen. In het avontuurlijke gesprek weefde de vader, woord na woord, de onzichtbare en veilige mantel van liefde om zijn bange kind.

Zie hier het fragment (4.37 min):